We moeten de aarde goed achterlaten voor de generaties die gaan komen. Eigenlijk iedereen zal het daar tegenwoordig mee eens zijn. We gunnen toch ook onze kleinkinderen een veilig en prettig leven? Rebekah Sheldon doet je echter afvragen of de impliciete boodschap die in dit soort opmerkingen zit niet moet worden bekritiseerd. Ze laat de implicaties zien van deze retoriek. Want wat betekent het eigenlijk dat het niet zo goed gaat met de aarde? In hoeverre zijn we bezig het veilige en prettige leven van onze kleinkinderen op het spel te zetten? Niet dat ze wil betogen dat het eigenlijk allemaal wel mee valt. Ze wil eerder vragen wat het betekent dat we rampen, de toekomst en onze kinderen op een bijzondere manier aan elkaar koppelen in ons denken.
Ze doet dit verrassend genoeg door te kijken naar schrijvers van boeken en series die dergelijke redenaties verbeelden. Het zijn de welbekende science fiction verhalen van een gitzwarte toekomst met als cliché een dorre planeet met eenzame groepjes mensen. Het is fascinerend dat in al die verhalen het kind opduikt als datgene wat de menselijke soort nog kan redden (want dan is er tenminste weer een volgende generatie die het wat beter kan maken). Er is daar blijkbaar een directe relatie tussen ecologische catastrofen en het beeld van het kind dat we hebben.
Sheldon explores representations of this perilous future and the new figurations of the child that have arisen in response to it. Analyzing catastrophe discourse from the 1960s to the present—books by Joanna Russ, Margaret Atwood, and Cormac McCarthy; films and television series including Southland Tales, Battlestar Galactica, and Children of Men; and popular environmentalism—Sheldon finds the child standing in the place of the human species, coordinating its safe passage into the future through the promise of one more generation. Yet, she contends, the child figure emerges bound to the very forces of nonhuman vitality he was forged to contain.
Het is volgens Sheldon gevaarlijk als we dit soort denken niet bekritiseren. Om wat preciezer te zijn: het denken dus vanuit een (mogelijke) natuurramp, met een focus op wetenschappelijke aanpak, en met een centrale rol voor het kind als toekomstperspectief. Het is volgens haar een zeer gerafineerd, dwingend, veelomvattend denken waarmee we verzanden in ongegronde hoop op beloftes als ecologische verandering, artificiële bevruchting, genetisch manipuleren, en een verdere neoliberalisatie van de economie. Het haakt in op onze opvatting over de rol van de vrouw, zwangerschap en geboorte, werk, leven, de planeet, vriendschap, voortbestaan, enzovoorts. Er lijkt nauwelijks aan dit soort denken te ontsnappen, want je bent toch niet vóór een grote catastrofe? Nee, dat zijn we niet, maar dat betekent niet dat we dat denken moeten omarmen, een denken dat volgens Sheldon die de problemen alleen maar bestendigt. Sheldon bagatelliseert niet de reele ecologische problemen, maar maakt zich zorgen over hoe we daar mee om gaan, hoe we die expliciteren en wat voor gedrag en retoriek daarop volgt. Zij bekritiseerd dit denken over rampspoed en de toekomst van onze kinderen aan de ene kant door aan de hand van de verhalen het extreme ervan te laten zien, door scenes uit de verhalen te expliciteren en te analyseren. Maar ze geeft ook een complex theoretisch perspectief om dit soort denken aan de kaak te stellen (0a. Foucault, Haraway, Derrida), waarin uiteraard biopolitiek een belangrijke rol speelt, maar waarin evengoed plaats is voor minder voor de hand liggende perspectieven en redenaties: ‘Bringing together queer theory, ecocriticism, and science studies, The Child to Come draws on and extends arguments in childhood studies about the interweaving of the child with the life sciences.’
Het is een pittig en verrassend boek dat het denken over kinderen, over generaties, over toekomst, over ontwikkeling en over aarde vanuit een hedendaags en geëngageerd perspectief benadert zonder in de standaard retoriek te vervallen. Dit is nou werkelijk eens een boek wat grondig aan het denken zet en hele nieuwe denkrichtingen wil exploreren! Terwijl het tegelijkertijd ook nog eens direct inhaakt op de alledaagse praktijk van iedereen die zich om (de toekomst van) kinderen en de aarde ontfermt, in ieder geval wat betreft het denkkader waarbinnen we daarop reflecteren. Kortom: de moeite meer dan waard.
Het boek is in zijn geheel gratis via project muse te lezen, evenals delen van ander werk van Sheldon voor oa. GLQ: A Journal of Lesbian and Gay Studies en Science Fiction Film and Television.